Als we het er over eens zijn dat handelszaken belangrijk zijn voor onze welvaart en economie, als we willen dat ze voor leven in onze straten en buurten blijven zorgen, dat ze mensen blijven tewerkstellen, dat ze topservice op wandelafstand blijven leveren, dat ze belastingen blijven betalen waarmee heel wat publieke voorzieningen worden gefinancierd, dat ze onze lokale sportclubs en andere verenigingen blijven sponsoren, dan zullen we allemaal samen opnieuw meer moeten ‘winkelhieren’. Of anders gezegd: bij winkels van hier kopen, in fysieke winkels én online. Zolang het maar om winkels gaat die hier gevestigd zijn en hier iets (terug)geven aan onze samenleving. Want wat je hier uitgeeft, krijg je terug. Dat is de kernboodschap van de ‘Winkelhier’-campagne die UNIZO op 12 juni lanceert. Tegelijk moeten winkeliers zelf ook blijven investeren in hun aantrekkingskracht, met de hulp van UNIZO en de aangesloten sectororganisaties zoals Mode Unie. En de overheid moet de omstandigheden creëren waarin een winkel runnen lonend blijft. Meer dan 50 % van de aankopen die de Belg online doet, gebeurt in het buitenland. 69 % van de Belgen deden vorig jaar minstens één aankoop in het buitenland, tegenover gemiddeld 49 % in de eurozone. Op jaarbasis verdwijnt op die manier maar liefst 8 miljard euro naar het buitenland, waarvan 5,5 miljard via webshops en de overige 2,5 miljard via fysieke grensaankopen. Belgische gezinnen kunnen samen 1.785 extra jobs in de nationale retail creëren door per jaar (slechts) 100 euro extra aan te kopen in Belgische in plaats van buitenlandse winkels. Besteden ze elke maand 100 euro extra in eigen land, dan kunnen daarmee maar liefst 21.420 extra jobs worden gecreëerd (+ 8,4 % t.o.v. de huidige 255.000 jobs). Met 2 euro (extra) besteding in Belgische winkels, per gezin, per dag, kunnen in een jaar 13.035 extra jobs worden gecreëerd.
