Als je als zelfstandigen ziek wordt, dan kreeg je vroeger pas vanaf de 15de dag ziekte een uitkering van het ziekenfonds. Deze periode, ook wel de ‘carensperiode’ genoemd, is sinds 1 juli 2019 ingekort van 14 naar 7 dagen. Dat betekent dat je nog steeds geen uitkering kijgt als je slechts enkele dagen ziek bent.

Ben je langer dan 7 dagen ziek, dan krijg je wel een uitkering. Bovendien ontvang je dan een uitkering vanaf de eerste dag ziekte.

Een voorbeeld

Jan en Sandra baten samen een zaak uit. Op 15 juli 2019 raken beiden geveld met een stevige buikgriep. Sandra geneest snel en kan vijf dagen later al opnieuw aan de slag. Bij Jan treden er echter complicaties op, waardoor hij in totaal drie weken arbeidsongeschikt thuis zit. Jan zal recht hebben op een uitkering voor drie weken, terwijl zijn echtgenote het zonder uitkering zal moeten stellen.

Wat moet je doen wanneer je als zelfstandige arbeidsongeschikt wordt? 

Heb je een ongeval of word je ziek, en zal je waarschijnlijk langer dan zeven dagen arbeidsongeschikt zijn, dan ga je best op de eerste dag van je ziekte al naar je dokter. Je vraagt hem het ‘getuigschrift van arbeidsongeschiktheid’ in te vullen (een gewoon ziektebriefje volstaat niet). De datum van ondertekening van het attest door je dokter is namelijk bepalend voor de start van je arbeidsongeschiktheid.

Bezorg dit getuigschrift binnen de zeven dagen per post en bij voorkeur aangetekend aan je ziekenfonds.

Tip

Je ontvangt alleen een uitkering wanneer je persoonlijk elke zelfstandige activiteit stopzet tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid. Dit betekent echter niet dat je je zaak moet sluiten. Je zakenpartner, familie of medewerkers mogen je zaak in jouw naam verder uitbaten tijdens je arbeidsongeschiktheid.