UNIZO roept gewestregeringen op om nu écht werk te maken van kernversterking. “Meer dan 100.000 m² nieuw aangevraagde winkeloppervlakte buiten de centra, ‘al stoemelings’, onder de radar: dat is dweilen met de kraan open.”

UNIZO: “Blikvangers als Neo, Uplace… zijn maar de helft van het verhaal!”

Nu de onderhandelingen over een nieuw Vlaams regeerakkoord volop aan de gang zijn, en de Brusselse regering is gevormd, roept UNIZO de betrokken partijen op om nu écht prioritair werk te maken van een actief detailhandelsbeleid. “De instrumenten om zo’n beleid te voeren zijn momenteel beschikbaar. Maar het ontbreekt nog aan een allesomvattende detailhandelsstudie, mét monitoring, om het overzicht te bewaren en de gapende mazen in het net te dichten.” Dat zegt Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO. “Wie dacht dat het volstaat om alle aandacht te richten op megashoppingcomplexen als bijvoorbeeld Neo (67.000 m²) of de oorspronkelijke plannen voor Uplace (55.000 m,²), waarover momenteel wordt onderhandeld, komt bedrogen uit. Want samen staan zij slechts voor iets meer dan de helft van de in totaal 226.698 m² aan geplande nieuwe winkeloppervlakte in Vlaanderen en Brussel. Afgezien van die grote handelscomplexen staat er dus nog meer dan 100.000 m² aan bijkomende winkelruimte gepland buiten onze winkelkernen, ‘al stoemelings’, onder de radar. We blijven dweilen met de kraan open.”

Lommel-Ring, 4.000 m²; Veurne, 1.526 m² (met mogelijkheid tot uitbreiding naar 5.000 m²); Bilzen, 20.768 m²; Menen-Tybersite 14.398 m²; Mechelen-Malina, 23.750 m² (deel herlocalisatie baanwinkels); Kampenhout, 14.000 m²; Gent-Bosdel, 23.770 m² en Lokeren, 2.486 m². Een eenvoudige optelsom leert dat het hier in totaal om 104.698 m² gaat. Allemaal allemaal buiten onze winkelkernen, en alleen al in Vlaanderen. “En zo blijven we maar nieuwe ruimte aansnijden en ons landschap versnipperen, ten koste van onze lokale handelskernen, onze mobiliteit… Dit moet tijdens deze nieuwe legislatuur écht stoppen. Het wordt tijd dat de Vlaamse regering nu resoluut alles inzet op kernversterking en nieuwe inplantingen daarbuiten een halt toeroept”, waarschuwt UNIZO-topman Danny Van Assche.

Aan instrumenten om een kernversterkend beleid te voeren ontbreekt het de Vlaamse overheid nochtans niet. Zo werden in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) de nodige maatregelen opgenomen om perifere detailhandelsvestigingen onder controle te houden. En in het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid (IHB) staan de beleidslijnen om onze gemeentekernen te versterken, met daarin onder meer aandacht voor het strikt afbakenen van kerngebieden. Maar in de realiteit op het terrein gebeurt daar te weinig mee. Ondertussen hebben heel wat steden en gemeenten wel strategisch-commerciële plannen, maar die zijn niet gekaderd in een regionale visie en ze worden te weinig vertaald op het terrein, via ruimtelijke instrumenten als Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s) en stedenbouwkundige voorschriften.

In het belang van een meer gerichte, allesomvattende aanpak pleit UNIZO voor een detailhandelsbehoeftenstudie, naast een woonbehoeftenstudie en een bedrijvenbehoeftenstudie, met daarin een duidelijke kosten-batenanalyse van elke keuze die in het verleden werd gemaakt of nog gemaakt moet worden. “Alleen met zo’n allesomvattende aanpak kunnen we vermijden dat we, zoals we nu bezig zijn, extra leegstand blijven creëren”, aldus nog Danny Van Assche van UNIZO.

UNIZO beseft tegelijk dat de toenemende winkelleegstand, die in Vlaanderen over de afgelopen tien jaar groeide van 7,1 % naar 11 % en in Brussel van 6,7 naar 13 %,  niet alleen wordt veroorzaakt door de creatie van alsmaar meer nieuwe winkelruimte. Ook wijzigingen in consumentengedrag zorgen mee voor een terugloop van het aantal winkels in, onder meer, onze gemeentekernen. “Maar dat betekent niet dat we ons hier zomaar moeten bij neerleggen”, gaat Danny Van Assche verder. “Heel wat van die leegstaande winkelpanden kunnen een nieuwe bestemming krijgen als vrije beroepspraktijk, als kleinschalig en duurzaam productieatelier, als dienstencentrum… en op die manier blijven bijdragen tot levendige, bedrijvige kernen in onze steden en gemeenten. Wij bij UNIZO willen alvast mee aan die kar trekken. Maar het is de nieuwe regeringsploeg die ze moet duwen.”