OPNIESTUK ISOLDE DELANGHE – DIRECTEUR MODE UNIE 31 maart 2021

Wat een week weer voor onze modesector. Van de vrees voor een derde sluiting, naar de verplichte verkoop op afspraak, naar wachten op hoe we dat met z’n allen georganiseerd moesten te krijgen, naar de meest dramatische weekendcijfers ooit ‘sinds het begin van de metingen’, zoals we Frank Deboosere vaak horen zeggen.

Maandag dachten we bovendien even dat we ons collectief van datum vergist hadden. Maar nee, het bleek nog steeds 29 maart. Het voelde eerlijk gezegd al vreemd aan: tijd om grappen te maken is het nu – op zijn minst gezegd – niet echt. De moed zit ons allen diep, maar bij ondernemers die hun levenswerk op de helling zien staan én hun spaarcenten zien wegsmelten, zit de courage echt wel ongelofelijk diep. Elke dag opnieuw laden ze zich op om het beste van zichzelf te geven voor hun klanten, voor hun personeel, dat vaak al maanden op tijdelijke werkloosheid staat, en proberen ze met man en macht iedereen – inclusief zichzelf – gemotiveerd te houden.

Het laatste jaar zag ik een ongeziene veerkracht bij onze modehandelaars. Ze vonden zich keer op keer opnieuw uit, ze schakelden bijzonder snel om zich aan te passen aan de nieuwe maatregelen en ze slaagden er keer op keer in om hun klanten te kunnen blijven bedienen met de service die ze van hun lokale modehandelaar gewoon zijn.

Maar net zoals bij iedereen is er een grens aan flexibiliteit, een grens aan het voortdurend te maken krijgen met nieuwe veranderingen en de voortdurende stroom aan negativiteit uit alle hoeken. Na het nieuws vorige week dat we enkel nog op afspraak mogen verkopen, terwijl zowel politici als virologen het unaniem eens waren over het feit dat besmettingen niet in winkels gebeuren, was de emmer al behoorlijk vol. Maandag te horen krijgen dat het beloofde dubbel overbruggingsrecht, bedoeld om ons te ondersteunen omdat de verkoop meer dan zwaar tegenvalt, ingetrokken wordt, dat was de druppel.

De rek is er uit. Modehandelaars zijn niet meer dan begrijpelijk moedeloos en zijn kwaad. Ze zijn niet minder dan de wanhoop nabij. Er ligt voor tien, soms voor honderdduizenden euro’s aan stock in hun modewinkel die ze niet verkocht krijgen. Stock die volgend seizoen niets meer waard is: het weer is anders, de trend is anders. Geen klanten in de winkel want verkopen op afspraak schrikt consumenten af. Letterlijk wachten in de winkel tot je een klant over de vloer krijgt. Terwijl dan ’s avonds beelden passeren van overvolle treinen naar de kust. Het virus verplaatst zich misschien niet met het openbaar vervoer, wie weet.

Ondernemers verliezen op deze manier het vertrouwen in de politiek volledig. En dat is niet alleen bijzonder spijtig, maar ook een gigantisch gemiste kans. Want er is er wel degelijk draagvlak bij onze handelaars voor maatregelen. Maar dan moeten die gericht zijn en zich focussen op waar de problemen zich stellen. Te verregaande maatregelen opleggen aan sectoren waarvan bewezen is dat de besmettingen daar niet gebeuren, en dan bijgevolg niet bijdragen aan de daling van de cijfers, daar komen we niet verder mee. Met steunmaatregelen beloven en die dan, schaamteloos en zonder enige uitleg intrekken, ook niet.

Modehandelaars hebben zich gedurende de twee lockdowns vorig jaar uiterst constructief opgesteld. Ze toonden begrip voor de sluiting, ze herorganiseerden zich razendsnel om hun klanten te kunnen blijven bedienen, ze werkten zich uit de naad. Hoe moeilijk te verteren ook, ze waren solidair met de beslissingen die politiek genomen werden. Nu verwachten ze meer dan begrijpelijk hetzelfde van hun overheid: dat die zich herorganiseert om hen als ondernemer te kunnen blijven bedienen zodat ze kunnen overleven. Dat ze op zijn minst hun beloftes nakomen. Dat ze duidelijkheid scheppen als ze een nieuwe maatregel aankondigen en vooral: dat aangetoond kan worden dat de genomen maatregelen binnen hun sector nodig zijn en zijn nut zullen hebben.

We gaan er dan ook van uit dat de beloofde steun er voor onze sector alsnog komt. Net zoals we er van uitgaan dat grondig bekeken wordt waar de besmettingen zich nu precies manifesteren. Als wederom blijkt dat dit niet in winkels is, dan willen wij terug op een normale manier klanten kunnen ontvangen, zonder onnodige extra drempel.